1595

Wat de Spanjaarden en Portugezen kunnen, kunnen wij ook. Met die instelling vaart op 2 april 1595 Cornelis de Houtman uit om via de zuidelijke route in Azië te belanden. Hij heeft de leiding over een kleine vloot van vier schepen: de Mauritius, de Hollandia, de Amsterdam en het jacht Duyfken. Deze eerste expeditie naar de Oost krijgt het zwaar te verduren. Pas na 15 maanden en ten koste van nogal wat mensenlevens arriveert de vloot op de rede van Bantam. Het gaat al meteen mis. Er ontstaat onenigheid over de handel. De Houtman wordt gevangen genomen, maar na een gewonnen gevecht weer bevrijd. Als op de terugweg kapers ook nog de Hollandse vloot overvallen, neemt de expeditieleider wraak door een slachting aan te richten op Madoera. Met drie schepen (de Amsterdam wordt vanwege lekken en tekort aan bemanning verbrand) en slechts 87 van de 240 bemanningsleden keert De Houtman in augustus 1597 terug. De opbrengst van de expeditie kan de kosten nauwelijks dekken.